Sint Lievenspoortstraat

Het ontstaan van de St.-Lievenspoortstraat is nauw verbonden met de 13e en 14e eeuwse uitbreiding over de Schelde van het Gentse stadsgebied. Dat gebied gekend als de Heerlijkheid van Overschelde behoorde sedert 1056 als allodium tot het persoonlijk bezit van de graven van Vlaande­ren. Het maakte deel uit van Rijksvlaanderen, waarvoor de Vlaamse gra­ven leenhulde waren verschuldigd aan de Duitse Keizers.

Krachtens een oorkonde van 20 juni 1254 deden gravin Margareta van Konstantinopel en haar zoon Gewijde van Dampierre afstand van hun heer­lijke rechten op dat gebied ten voordele van de Gentse stadsmagistraat. De geleidelijke inneming van het ganse gebied verliep over een periode van ongeveer 60 jaar. Het duurde tot omstreeks 1320 alvorens het laat­ste deel n.m. "'t Sand" ommuurd werd, en een gracht "Riet of Rijtgracht" genaamd het stadsgebied scheidde van de heerlijkheid van Gentbrugge en Ledeberg.

De benaming "op 't Sand" of "'t Sant ter Muden" duidt naar een brede zandige rug gelegen tussen de Bovenschelde stromend door de Muinkmeersen naar Gent en de Benedenschelde stromend in de richting van Gentbrugge aan de andere kant.

Vanaf deze brede zandplaat werd het tracée van de Sint-Lievenspoortstraat getrokken, dat van haar ontstaan tot op heden bijna ongewijzigd is gebleven. Tot aan de inlijving van onze gewesten bij de Franse Re­publiek werd het pleintje beheerst door een stenen kruis - vandaar de veel voorkomende plaatsbepaling "ten cruysse up 't Sant".

Op diezelfde plaats werd in 1836, de huidige monumentale pomp opgericht teneinde de omwonenden van drinkwater te voorzien. Tegen de prijs van 9000 (goud) frank, werd de 9m hoge pomp opgetrokken door aannemer Parmentier, naar de plannen van de Gentse stadsarchitect L. Roelandt. De opstand bestaat uit twee delen : een rechthoekig voetstuk (3m 80 Hg) met daarop een kolom (5m 20 Hg). Het rechthoekig onderdeel is versierd met drie bronzen leeuwekoppen waarvan twee pompen. De kolom is uitge­voerd onder de vorm van een romeinse "lictoren bundel" en aan de voet versierd met harnassen , helmen en wapens. Als bekroning is bovenaan in een lauwerkrans een bordje geplaatst met de letters SPQG. (Senatus Populusque Gandavensis).