Bond Moyson

De Vrijdagmarkt is met haar opstanden en strijd voor het volk een betekenisvolle plek voor de socialistische beweging.

Dat de socialistische beweging in de tweede helft van de 19de eeuw de Vrijdagmarkt koos om er zich te vestigen, was geen toeval. Een groot gebouw op een historisch betekenisvolle plek had voor de socialistische beweging een symbolische betekenis.

Omdat haar klerenmagazijnen aan de Garenmarkt te klein geworden waren, kocht de Samenwerkende Maatschappij Vooruit in 1893 twee herbergen op de Vrijdagmarkt. Ferdinand Dierkens (1856-1938) verbouwde ze tot de Groote Magazijnen. De inhuldiging vond plaats in 1894. Het gebouw functioneerde als winkel van de coöperatieve en had ook vergaderlokalen en een feestzaal. De coöperatieve verkocht toen voornamelijk brood en kledij. In 1897 brandde het gebouw volledig af. Edward Anseele, socialistisch voorman en politicus, die in Parijs de Grands Magasins had bezocht, belastte Dierkens met de opdracht om op de plaats van het afgebrande gebouw een imposant tweedelig gebouw te ontwerpen. Het ene deel, Ons Huis, moest het partijcentrum herbergen, terwijl het andere deel (nu Bond Moyson) een nieuw magazijn zou vormen.

Het gebouw werd in twee fases opgericht. In 1899 werden de nieuwe Groote Magazijnen geopend en pas in 1902 werd het Ons Huis voltooid. De Groote Magazijnen verkochten allerlei waren zoals stoffen, schoenen enz. In Ons Huis werden de studie-, vergader- en ontspanningsactiviteiten georganiseerd. Op de benedenverdieping was er lange tijd een café, boven waren (zijn) er vergaderzalen, een bibliotheek en een feestzaal waar ook theatervoorstellingen werden georganiseerd. De werken werden uitgevoerd door de Samenwerkende Bouwwerklieden, een socialistische coöperatieve. De architectuur van Dierkens stond symbool voor de ambities van de coöperatie. Naast de eclectische vormgeving imponeerde hij met zijn kennis van de toenmalige nieuwe materialen en de manier waarop hij ze toepaste. Kunstenaar Jules de Bleye (1846-1901) smukte de gevel op met socialistische allegorische taferelen.

In de jaren 1930 werd een bijkomende vleugel aangebouwd met verbinding naar de Meerseniersstraat. Beide gebouwen ondergingen in de loop der jaren tal van verbouwingen, waarbij helaas het rijke art-nouveau-interieur verdween. Het interieur werd grotendeels verminkt door het inbrengen van bureaus in de jaren 1950. De hal kreeg toen een betonnen luifel. In 1991 werd het complex grondig gerestaureerd, waarbij aanpalend een nieuw kantoorgebouw werd toegevoegd.

Het Utenhovesteen op de Vrijdagmark werd vanaf 1534 het gildehuis van de meerseniers (Marskramers, kooplui). Later werd de benedenverdieping gebruikt voor het opmeten van linnen. Het gebouw werd in 1839 afgebroken. Op de plaats van dit steen werden er 2 herbergen gebouwd,  Café du Nord en Café Belge.  Deze werden  in 1894 afgebroken om er het volkshuis  en het gebouw van de Maatschappij Vooruit te bouwen. Dit gebouw brandde volledig uit in 1897 en in 1899 werd het huidige gebouw de Bond Moyson gebouwd.