Onderstraat

Van oudsher belangrijke verbindingsstraat tussen de Lange Munt en de Zandberg, parallel met de hoger gelegen Hoogpoort. In de middeleeuwen bezaaid met talrijke historische "stenen" waarvan sommige, in vrij oorspronkelijke of verbouwde toestand tot ons gekomen zijn (bijvoorbeeld het Braemsteen of latere Ryhovesteen, het Wulfaert-Vilainsteen, het Hof van Camericke). Verder vermelding van verschillende neringhuizen in de 16de eeuw: van de Zagers (naast de hoek met de Zandberg) en de Schrijnwerkers (ernaast); het neringhuis van de Gouden zilversmeden op de hoek van het Schepenhuisstraatje (het vroegere Vaernewijcksteen, in 1819 vervangen door een huizenrij), en een brouwershuis ten westen van het Hof van Camericke.

Uit de 18de eeuw resten twee belangrijke hotels: de Jonghe d'Ardoye en de Hemptinne. De 19de-eeuwse verbouwingen bepalen nog het huidige uitzicht: oude stenen werden gesloopt en vervangen door eigentijdse rijhuizen en talrijke oude kernen voorzien van 19de-eeuwse bepleisterde gevels. Einde 19de eeuw werd de straat doorkruist door de Borluutstraat om een vlugge verbinding te vormen tussen Stadhuis en Hoofdkerk en de Vrijdagmarkt, verbinding die voorheen via het Serpentstraatje en het Schepenhuisstraatje, twee zijsteegjes van de Onderstraat moest gebeuren.

 

Onze Lieve Vrouw Visitatie

De Congregatie van Zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie in Gent gaat terug op een gemeenschap van ‘geestelijke dochters’ die in de 17de eeuw werkzaam was in het Gentse ‘Pesthuys’. In 1672 verlieten de zusters het bouwvallige pesthuis dat later werd afgebroken en herbouwd. De zusters woonden voortaan in een straatje nabij de Sint-Baafskathedraal en bekommerden zich, geïnspireerd door de spiritualiteit van de H. Franciscus van Sales (1567-1622), om de opvoeding en het onderwijs van volkskinderen. De ‘Saleszusters’ zoals ze steeds vaker werden genoemd, vestigden zich in het begin van de 18de eeuw op de Brabantdam waar ze bijna een eeuw lang een armenschool en een kostschool voor kinderen van meer welstellende ouders openhielden. In 1832 breidden ze hun apostolaat nog verder uit. In een aanpalend herenhuis, gekocht van burggraaf de Jonghe d’Ardoye, werd opvang voorzien voor welstellende bejaarde dames. De zusters richtten er ook een meisjesinternaat en een kantschool, later beroemd om de ontwikkeling van een nieuw procédé voor de vervaardiging van Valenciennekant, op.

Voormalig hotel "de Jonghe d'Ardoye", heden "School van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie", sinds 1833 in de Onderstraat gevestigd in het 18de-eeuwse hotel. Uitbreiding in de loop van de 19de eeuw, eerst langs de tuinzijde, met kapel (1835) en kostschool, sinds kort gesloopt en vervangen door nieuwbouw.

Arteveldehogeschool koopt het gebouwencomplex tussen de Onderstraat en de Hoogpoort. De hogeschool wil er een deel van haar diensten onderbrengen.

Het gebouw behoorde toe aan de congregatie van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Visitatie. In een deel van de gebouwen zijn de centrale diensten van de Arteveldehogeschool nu al gehuisvest, sinds midden 2001. Maar in het gedeelte van het complex aan de Onderstraat is vandaag nog het klooster gevestigd.

De congregatie trekt zich nu echter terug uit die gebouwen. De religieuzen worden vooral gehuisvest in het klooster van de congregatie in Sint-Amandsberg. 'En door de verkoop aan de Arteveldehogeschool ziet de congregatie haar jarenlange apostolaat inzake onderwijs toch voortgezet worden', zegt de hogeschool in haar persbericht.