Kortrijksepoortstraat

Vanouds belangrijke invalsweg in het verlengde van de Veldstraat en de Nederkouter tot de vroegere zogenaamde Kortrijksepoort, ook Petercellepoort genaamd, een van de belangrijkste stadspoorten op de tweede stadsomwalling. De straat vertrekt bij een driehoekig pleintje, voorheen "Het Spriet" genaamd, begin 19de eeuw voorzien van een empirepomp op de plaats van de schandpaal van Sint-Pieters. Het eerste straatgedeelte tot de Veergrep werd voorheen Tijkstraat genoemd naar de talrijke tijkwevers die er woonden. Het verlengde noemde men de Hebbrechtstraat naar het zogenaamde "Hebberechtshospitaal", later "Kapelletje Schreiboom".
Vrij smalle bochtige straat, parallel met de Leie en voorzien van talrijke steegjes en beluiken die afdalen naar het water. De achterzijde van de Kortrijksepoortstraat kende tijdens de 19de eeuw voornamelijk een op handel afgestemde bebouwing (vanaf het water toegankelijke magazijnen, welke bij winkels in de Kortrijksepoortstraat hoorden). Tussen Veergrep en Verlorenkost waren in 1834 niet minder dan twee brouwerijen (in 1849 drie!) en één stokerij gevestigd.
De kaaimuren voor deze constructies, de resten van de vroegere laadkaaien en naar het water afdalende trappen, duikers en toegangen vanuit of tot in kelders welke in het hellend terrein uitgegraven werden, geven deze waterkant een apart karakter. De meeste vroegere openingen zijn thans afgesloten of deels ingestort, doch een grondig in situ (industrieel) archeologisch onderzoek belooft onverwachte resultaten op te leveren.
Heden eerder heterogene bebouwing met nog enkele oudere kernen doch overwegend in de 19de eeuw aangepaste burgerhuizen waarvan de gelijkvloerse verdiepingen verbouwd zijn tot winkelpui. Verschillende panden werden reeds vervangen door schaalbrekende nieuwe bouw.
Tot op heden belangrijke winkelstraat en een der drukste verkeersaders naar het stadscentrum.

 

Hebberechtsgodshuis en Kapelletje Schreiboom

Voormalig "Hebberechtsgodshuis" en zogenaamd "Kapelletje Schreiboom", heden bejaardentehuis en klooster van de zusters der Kindsheid Jesu.
Vermoedelijke stichting begin 13de eeuw door Sint-Pietersabdij, op wiens grondgebied het lag, nabij de Petercelle- of Kortrijksepoort. Vermelding van de naam "hospitalis Hecberti" in akte van 1269, later hoogstwaarschijnlijk geïdentificeerd met de familie Hebberecht en stichting toegeschreven aan Jan Hebberecht, vanwaar de gebruikelijke naam en vroegere straatnaam. Godshuis en kapel herhaaldelijk verbouwd. In de loop van de 17de eeuw gekend onder de naam "Kapelletje Schreiboom" na het overbrengen van een mirakuleus beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Schreiboom zogenaamd Nood Gods, en de verschuiving van de volksdevotie van de oorspronkelijke kapel, gelocaliseerd bij het huidige Parkplein, naar de kapel van het godshuis. Etymologische verklaring van de naam: een localiteit bij driesprong met boom, in de volkssage geassocieerd met de boom nabij de galg van Sint-Pieters waaronder de familieleden van de veroordeelden kwamen schreien. Om zijn Mariadevotie en zogenaamd mirakelen druk bezochte bedevaartplaats, sinds de 18de eeuw voornamelijk voorzien van talrijke ex-voto's en offers aan Onze-Lieve-Vrouw, voornamelijk votiefschilderijen met kinderportretten.
Onder abt Seger van Sint-Pietersabdij in 1771, huidige gebouwen en erachter gelegen kapel opgetrokken naar ontwerp van J.B. Simoens. Tijdens Frans bewind onder beheer der Burgerlijke Godshuizen geplaatst, doch in 1869 terug onder kerkelijk gezag gesteld door toedoen van kanunnik De Decker en sindsdien bediend door de zusters van de Kindsheid Jezu. Grondige restauraties: kapel uitgebreid met voorplaats, beschilderd en voorzien van een nieuwe vloer en altaar.
Een zeventigtal votiefschilderijen sieren de wanden van de kapel en godshuis. Kapel. Hoog oprijzend, sober, bakstenen gebouw aanleunend tegen de twee bouwlagen hoge straatvleugel en vanaf de straat slechts merkbaar door het slanke zeshoekig klokkentorentje onder hoge naaldspits. Eenbeukige kapel met ondiepe transepten en koor van twee Traveeën respectievelijk verlicht door steekboogvormige en rondboogvormige vensters. Blinde achtergevel, uitziend op de Leie, met gedichte oculus en calvarie gedateerd 1789. Aanbouwen onder lessenaarsdak.
Inwendig mooi classicistisch interieur, volledig gerestaureerd en kunstig herschilderd in 1871. Eenbeukig schip geleed door vlakke pilasters met verguld Ionisch kapiteel en verdiepte beschilderde schachten die halfronde gordelbogen ondersteunen. Kruising met afgeschuinde hoeken voorzien van rondboognissen met heiligenbeelden: Sint-Hubertus, Sint-Hiëronymus, Sint-Antonius en Sint-Bernardus. Koor van twee traveeën verlicht door rondboogvensters gescheiden door identieke rondboognis met miraculeus beeld van de Nood Gods (begin 15de eeuw?). De vermelde votiefschilderijen sieren voornamelijk de transeptarmen evenals andere votiefplaten.
Godshuis, heden bejaardengesticht, en klooster daterend van 1771.

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent