Regnessestraat

Dit artikel komt oorspronkelijk uit 'De verdwenen Regnessestraat' gepubliceerd   in Academia.edu van auteur Peter Van Keymeulen.

Op het einde van de 19e eeuw (1897) werd door de stad Gent besloten om de historische gebouwen in het centrum van Gent vrij te maken van bebouwing. Het ging concreet over de vele woningen  tussen de Sint Baafskerk, het Belfort met Lakenhal en de Sint Niklaaskerk. Deze urbanisatie lag eigenlijk in het verlengde van de realisatie van het Zollikofer de Vigneplan.

Om alleen al de aanleg van het huidige Sint Baafsplein te verwezenlijken verdwenen uiteindelijk 39 gebouwen. Voor de sanering van het gehele project stonden meer dan 100 woningen op de wachtlijst voor onteigening. Ook moesten een aantal kleine, volgebouwde straten rond de oude kern verdwijnen, terwijl bestaande straten behoorlijk werden verbreed.

De regnessestraat werd geruimd in 1897 voor de aanleg van het Sint Baafsplein en voor de bouw van de Nederlandse Schouwburg.

Deze straat liep boogvormig van kort vóór de voet van het belfort , over het tegenwoordige Sint-Baafsplein en op de plaats van de Nederlandse Schouwburg, tot aan de Achtersikkel en van hier tot in de Nederpolder langsheen de thans grotendeels verdwenen Biezekapelstraat. De naam en houdt vermoedelijk verband met ‘den Rinc’, de oorspronkelijke halfcirkelvormige gracht rond de Sint-Janswijk.

Bij de afbraak werd eerst dat deel van de Regnessestraat vrijgemaakt waar de schouwburg zou verrijzen, over een lengte van 45 meter.       

Ook bleek er een opvallend hoogteverschil tussen het niveau bij de kathedraal en dat dicht bij het Belfort. Het scheelde zoveel dat bij de ingang van de Nederlandse Schouwburg een brede trap geconstrueerd werd.

Huizen in de Regnessestraat

Huis Vijdt. Oude Kalvarieberg

Die oorspronkelijke ring lag  onder andere op de Regnessestraat en de Biezekapelstraat. Hier lag de Achtersikkel, wat ooit de Refuge van Ename was.

De Achtersikkel, heden in die buurt één van de stemmigste en meest gefotografeerde gebouwen met zijn galerijen en toren, was ooit de refuge van de abdij van Ename.

En verder vallen binnen deze ringgracht de aanwezigheid op van de oudste kerk van Gent, de Sint-Janskerk (heden de Sint-Baafskathedraal), de mogelijk oudste vergaderplaats van de schepenen of van de vierschaar vóór de kerk en het Geraard de Duivelsteen met zijn donjon-kern, die op een nog oudere andere functie dan die van de 13e-eeuwse adellijke woonst wijst[i]. Ook de aanwezigheid van het ‘Calandehuus’ (eerste vergaderplaats van de kooplieden) binnen die grachtencirkel is een bijkomend argumentje.

Er is sprake van een Guldine straat, gelegen tussen Sint-Jan en de Regnessestraat. Dat is niet anders dan de latere Seminariestraat ( tussen de Sint-Baafsplaats en de Regnessestraat), uiteraard genoemd naar het aanpalende bouwblok met daarin het Bisschoppelijk Seminarie, opgericht in de 17e eeuw maar herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid.