Hippolyte Metdepenningen

Hippolyte-Désiré Metdepenningen (Gent, 31 maart 1799 - Gent, 6 oktober 1881) was advocaat en stafhouder aan de balie van Gent.
Metdepenningen liet zich op 19-jarige leeftijd inschrijven in de nieuw opgerichte Rijksuniversiteit Gent in de Nederlandse provincie Oost-Vlaanderen. Hij was er de eerste afgestudeerde doctor in de Rechten. Na de Belgische Revolutie werd hij de ziel van de orangistische beweging. Hij was ervan overtuigd dat de scheiding tussen Noord en Zuid niet zou blijven duren. Een groot deel van de Gentse burgerij was orangistisch. Willem I der Nederlanden had Gent een universiteit gegeven en een grotere sluis van Terneuzen.
Na de Belgische afscheuring werd Metdepenningen gemeenteraadslid op de orangistische lijst. In 1846 nam hij deel aan de stichting van de liberale partij. Toen in het revolutiejaar 1848 een aantal regimes in Europa wankelden, hoopte hij ook het Belgische bewind omver te werpen. Maar de orangistische beweging was al te sterk verzwakt en hij trok zich terug uit het politieke leven.
Zijn standbeeld is te bezichtigen voor het Oude Gentse Gerechtsgebouw, dat daar op 20 juni 1886 in alle stilte werd onthuld door een afvaardiging van Belgische, Nederlandse en Franse vrijmetselaars. Hij ligt begraven op de Gentse Westerbegraafplaats. het standbeeld is van de hand van beeldhouwer Juliaan Dillens.

Deze bronzen Metdepenningen heeft zeker een aantal studenten met de staart tussen de benen het imposante gerechtsgebouw zien betreden. Want zoals dat gaat in een studentenstad, leidt de combinatie van jeugdige overmoed en schuimende bierkragen wel eens tot overlast. Als je er de studentenalmanakken op naleest, lijkt het wel of een boemelavond pas geslaagd is als Gentenaars je woedend uitschelden of de politieagenten je achternazitten. Een student die zich in de 19de eeuw schuldig maakt aan nachtlawaai, alcoholisme of smaad aan de politie mag een nachtje doorbrengen in de cel. Er is in de kelder van het stadhuis zelfs een aparte ‘carcer academicus’! En wie het echt te bont maakt, moet het in dit gerechtsgebouw komen uitleggen. Nu, over het algemeen is de Gentenaar wel gecharmeerd door de farcen van de 19de-eeuwse student.