Holstraat

Sedert de 14de eeuw onder deze naam bekend. De bebouwing werd echter grotendeels aangepast in de loop van de 19de eeuw en laat, op enkele uitzonderingen na, weinig sporen na van de vroegere architectuur. In het begin der straat werd door de dominicanen in 1854 een neogotische kloosterkerk (nummer 8) opgetrokken naar ontwerp van J.B. Van de Cappelle (zie Hoogstraat nummer 41). Nummer 35-37, 94, 105, 113. Minder interessante rijhuizen van het doorsneetype: bepleisterde lijstgevels met rechthoekige omlijste vensters. Nummer 35-37, 105 met verfraaiing van de bel-etage door erker, balkons of kroonlijsten.

De Holstraat is een straat in Gent gelegen in het gebied tussen de Oude Houtlei en de Coupure (tussen Leie en de Coupure) en verbindt de Hoogstraat met het Casinoplein en de Galgenberg. In de Holstraat speelde zich een belangrijk deel van de Gentse geschiedenis af.

Het Hoger Technisch Instituut Sint Antonius, afgekort HTISA is een katholieke school voor technisch secundair onderwijs in Gent. Ze is gelegen in de Holstraat (Gent), en wordt daarom soms ook "de Holstraat" genoemd.
Het Hoger Technisch Instituut Sint Antonius maakt samen met de andere katholieke scholen uit de driehoek Gent, Mariakerke, Sint-Amandsberg deel uit van de scholengemeenschap Edith Stein.
In 1886 werden er in de feestzaal ‘Flora' voor het eerst avondlessen in textielbewerking georganiseerd. Mgr. Stillemans, bisschop van Gent, steunde dit initiatief. Ook de katholieke werkliedenbond zag wel iets in dit initiatief, de danszaal werd aangekocht en in 1900 werd de nieuwe school geregistreerd als Vak- en Ambachtsschool Sint-Antonius. Het toenmalige onderwijsaanbod bestond uit de studierichtingen ‘metaal', ‘houtbewerking' en 'elektriciteit'.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de school gesloten door de Duitse bezetter. In 1920 werd de school echter heropgestart en meteen uitgebreid met een dagschool: De Vrije Vakschool voor Jongelingen. Dertien leraars verzorgden de driejarige opleidingen. De christelijke arbeidersbeweging zag wel wat in degelijk technisch onderwijs; de school groeide en een uitbreiding lag voor de hand. Reeds in 1925 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe gebouwen op de grote speelplaats (B-blok). E.H. Vander Jeught werd de nieuwe directeur en hij kreeg zijn bureel in het voorgebouw in de Holstraat (A-blok). Uit die tijd dateren ook het huidige infokantoor, de bibliotheek (toen: de leraarszaal), enkele klassen en de inkom.
De studierichting mechanica was de eerste die de naam hogere technische afdeling (de latere A2-opleiding) mocht dragen. De toelatingsvoorwaarden waren behoorlijk streng: kandidaten werden geacht geslaagd te zijn in een vierde jaar moderne of oude humaniora achter de rug te hebben én bereid te zijn een toelatingsproef af te leggen. De Vrije Vakschool voor Jongelingen ging nu ook vak- en beroepsopleidingen en zondagonderwijs verstrekken. Een tweede klassenblok (C-blok) werd opgetrokken op de grote speelplaats.
Vanaf 1943 zorgde het oorlogsklimaat ervoor dat normaal les geven onmogelijk werd.
Na de bevrijding viel alles weer in de oude plooi. In 1948 nam Kanunnik A. Coppens als directeur de fakkel over. Hij volgde van nabij de veranderingen in de wereld van techniek en paste het onderwijsaanbod regelmatig aan. In een tijdsspanne van tien jaar steeg het leerlingenaantal van 401 tot 1013. De Holstraat was één grote bouwwerf: er werd gebouwen aangekocht, verbouwd en bijgebouwd. Er kwamen een nieuwe refter, een turnzaal en nieuwe laboratoria. Aan de straatkant werd de broedersschool ingenomen (F-blok) door nieuwe klaslokalen en een nieuwe leraarszaal.
Door een schenking werden een aantal gebouwen aan de overkant van de straat eigendom van de school. Met het oog op de toekomst werden aanpalende percelen aangekocht. De school kreeg ook een eerste vestigingsplaats in Langerbrugge, waar - net als in Gentbrugge - lange tijd een paar eerstegraadsklassen werden georganiseerd. In 1958 kwam er een hogere afdeling voor Technisch ingenieurs en twee jaar later werd de studierichting industriële wetenschappen opgestart.
Einde van de zestiger jaren ontstond de afdeling sanitair en dakbedekking en bleef de afdeling garage bloeien en groeien in al zijn geledingen. De naschoolse opleidingen (B1) en de opleiding voor technische leraars (nu GPB-opleiding) kenden een groot succes. In 1977 kwam E.H. Raf Leys op de directeursstoel terecht. Hij erfde een school op het toppunt van zijn bestaan, met een uitgebreid gebouwencomplex en een waaier aan technische en beroepsafdelingen. Kort daarna werd het hoger onderwijs afgesplitst en maakte dan deel uit van de Katholieke Industriële Hogeschool Oost-Vlaanderen, die zelf door fusie is opgegaan in de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven.
Het leerlingenaantal in de Holstraat steeg nog, omdat de school een goede reputatie had in het Gentse en ver daarbuiten. Door het aanbod van enkele zeldzame specialisatiejaren (landbouwmechanisatie bijvoorbeeld) trok men leerlingen aan vanuit heel Vlaanderen. De nieuwe technologieën werden op de voet gevolgd, met onder meer al vlug een computerklas, de eerste in Vlaanderen.

Dominanenklooster
Het klooster ligt ingeplant in een huizenblok omsloten door de Hoogstraat, Holstraat en Rasphuisstraat en is nauwelijks zichtbaar vanuit deze straten.
De ingang van het klooster bevindt zich in de Hoogstraat nummer 41. De huidige hoofdingang van het klooster is een in 1957 aangepast gebouw met gedecapeerde 19de-eeuwse lijstgevel van 1862, oorspronkelijk met tudorboogvormige muuropeningen naar ontwerp van J.B. Haumann. Thans gewone rechthoekige vensters. Via dit gebouw bereikt men de noord- en oostzijde van de kloostergang.
Voormalige leprozerie, of zogenaamd Rijke Gasthuis later Benedictinessenabdij en vervolgens Dominicanenklooster. De pseudo-basilicale kerk in de Holstraat is een volwaardig onderdeel van het Dominicanenklooster. De kerk werd in 1852 ontworpen door Jean Baptiste Van de Cappelle junior en verder verrijkt tot in het interbellum.
Het klooster is een van de oudste liefdadige instellingen te Gent. Oorspronkelijk was het een leprozerie, ook wel Lazarusgasthuis en Rijke Gasthuis genoemd, opgericht in 1146 door enkele poorters buiten de toenmalige stadsomheining. Tot 1591 werd de leprozerie beheerd door de broeders en zusters van het Gemene Leven. In 1623, na het verdwijnen van de lepra in onze gewesten, wordt de leprozerie bij besluit van aartshertogin Isabella afgeschaft en de gebouwen omgevormd tot de arme scholen van Kulders en Blauwe Meiskens en tot benedictinessenabdij (sinds 1626-1630). Er volgden verschillende restauratiewerken vanaf 1617 en bouwcampagnes in 1626-29, 1630-31 (restauratie van de kerk), 1636-37 (voltooiing van de eerste twee vleugels), 1652 (vleugel tegenover de bibliotheek), 1659-61/65 (bouw van laatste vleugel en abdishuis tijdens de heropbloei onder abdis Eleonora du Blioul), restauratiecampagne midden 18de eeuw (onder meer nieuwe bedaking). Het complex wordt onder Jozef II in 1794 gesloten. Van 1817 tot 1854 ingericht als Liefdadigheidswerkhuis en kosteloze jongensschool, later ook meisjesschool.
Sinds 1228 waren de dominicanen aanwezig in Gent, meer bepaald in Het Pand in de Onderstraat. De Franse Revolutie (1796) betekende echter het einde voor het klooster. Ondanks het feit dat de paters Dominicanen dankzij een tussenpersoon hun klooster konden terugkopen op 4 januari 1797 zagen zij zich in 1823 verplicht hun klooster in Onderbergen definitief van de hand te doen. De paters kopen in 1845 de voormalige abdij van het Rijke Gasthuis maar kunnen wegens een lopend huurcontract pas in 1854 hun nieuwe thuis betreden. Het merendeel van de gebouwen wordt hergebruikt maar er is nood aan een nieuwe kerk. De oorspronkelijke kerk van het Rijke Gasthuis bleek te klein en te bouwvallig.
De paters dominicanen breiden hun terrein anno 1850 uit door de aankoop van drie huizen in de Holstraat met het oog op het optrekken van een nieuwe kapel/kerk. Zij geven Jean Baptiste Van de Cappelle junior de opdracht tot het ontwerpen van het gebouw. De aanbesteding vindt plaats op 13 april 1852 en de heer De Spieghelaere zal de werken uitvoeren. Reeds op 2 oktober 1854 wordt de kerk ingewijd. Negen jaar later (1863) wordt de oude kerk van het Rijke Gasthuis gesloopt.
Het koor was oorspronkelijk voorzien van drie altaren: het hoogaltaar, links en rechts twee kleine altaren (Heilige Sacrament en Sint Dominicus) met ertussen de koorafsluiting. Deze altaren en koorafsluiting verdwenen in 1928, vermoedelijk om de doorgang naar het klooster en de nieuwe sacristie mogelijk te maken. Een nieuw altaar werd geplaatst voor de koorafsluiting en dichtbij de gelovigen. In de zijbeuken staan twee altaren ter ere van het H. Sacrament en Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans.
De communiebank dateert van omstreeks 1642-1645 en was een gift van Pieter de Briarde die in de oude kerk in Onderbergen begraven lag. Na het bouwen van de kerk in de Holstraat werd deze communiebank geïntegreerd in het nieuwe gebouw. Oorspronkelijk stond ze in volle omvang tussen priesterkoor en ruimte voor de gelovigen. Na 1969 werd ze opgesteld langs de zijkanten van het priesterkoor.
Pas vanaf de jaren ’60 van de 19de eeuw vindt de afwerking van het interieur plaats. De kerk is voorzien van tien biechtstoelen. Gezien de omvang van het werk werd de eerste geleverd in 1864 en duurde het verschillende jaren voordat ze allen geplaatst waren. In juni 1867 gaf de familie du Bois de Nevele de opdracht aan atelier Peeters uit Turnhout tot het maken van de preekstoel. Dezelfde familie had voordien reeds het hoogaltaar geschonken.
De kerk werd anno 1881 en 1929 voorzien van een prachtige collectie glasramen. Alle glasramen met uitzondering van het centrale stuk in het koor (Kruisiging) komen uit het atelier van J.B. Capronnier. Zij werden geleverd in 1881 en waren een schenking van Frans Borluut en zijn echtgenote Sidonie Kervijn d’Oudt-Mooregem. Het centrale glasraam in het koor werd geplaatst na het wegbreken van het oude hoogaltaar in 1928. Het is van de hand van Camille Ganton-Defoin en werd geschonken door de familie De Rudder.

 

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar

https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent

Ambachtschool St Antonius

Site waar de vakschool wordt besproken met veel foto's

https://www.youtube.com/watch?v=6YUH-Yeoy3k&feature=emb_logo

Diavoorstelling van de dominicanenker