In het Gentse Etappengebiet 4 heerste vrijwel volledig de militaire macht van de Kommandantüre (= hoofdkwartier). De scheiding tussen het militaire en het burgerlijke bestuur was in het Generaalgouvernement veel scherper dan in het Etappengebiet, waar de bevoegdheden van de burgerlijke overheid ten opzichte van de militaire overheid nog beperkter waren. Tussen het Vierde Leger en het Gouvernementgeneraal was er een beperkte samenwerking, die, naarmate de oorlog vorderde, verwaterde. Het was de tanende militaire overheersing die in conflict kwam met de nood van het burgerlijk bestuur. Het succes van het Duitse bestuur hing af van de militaire verwezenlijkingen. Elk Duitse leger had een Etappen-Inspektion. De Etappen-Inspektion of het militair toezicht van een Etappengebied werd toevertrouwd aan een Etappen-Inspektor (Etappeninspecteur), die tot de persoonlijke staf van de legerbevelhebber, in casu Albrecht von Württemberg en later Friedrich Sixt von Armin, behoorde.
De Etappen-Inspektion 4 vestigde zich op 21 oktober 1914 te Gent in het justitiepaleis. De officieren namen hun intrek in het Posthotel op de Kouter, dat toentertijd het modernste en voornaamste hotel was te Gent. Het werd zwaar bewaakt, want “Aan den ingang (…) staat langs elken kant een schildwachthuisje met de duitsche kleuren: zwart, wit en rood”.
Wanneer duidelijk werd dat de oorlogsmachine vastliep, verhuisde de ene afdeling na de andere naar de gebouwen rond de Kouter.
Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site: