Schamphotel. Hotel d'Alcantara. Veldstraat

Twee prachtige herenhuizen uit de 18de eeuw, naar de eigenaars achtereenvolgens bekend onder de naam: "Hof van Lovendeghem", "Hotel Schamp" en "Hotel d'Alcantara", in het begin van de 18de eeuw gebouwd op de plaats van het "Hof van Huele". Tot het einde van de 18de eeuw behield het complex ook de oude naam "den Vergulden Samson" naar een beeld dat voorheen de gevel versierde.

In 1847 werd een eerste aanvraag gedaan om winkelpuien te openen om aan de gebouwen een nieuwe functie te geven.

Hier werd de Vrede van Gent getekend op 17 februari 1815.

President John Quincy Adams - logeerde maanden in onze Veldstraat en sprak daar later over als “de meest gedenkwaardige periode van mijn leven”.

Bij de openbare verkoping in 1898 werd het complex in twee panden verdeeld: een deel van het hoekpand werd "cigaren Caron", ernaast het magazijn "Au bon gout", later de "Innovation".

 

De Vrede van gent

De Vrede van Gent werd op 24 december 1814 gesloten tussen de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk, na de oorlog van 1812. Het verdrag werd ondertekend in in het oude kartuizerklooster van Meerhem te Gent.
De gevechten gingen nog enkele weken na het ondertekenen van het verdrag door, omdat het nieuws van de vrede niet onmiddellijk Noord-Amerika bereikte. Het bericht van het verdrag bereikte de Verenigde Staten na de Amerikaanse overwinning in de Slag bij New Orleans. De oorlog was pas officieel voorbij nadat de Senaat van de VS op 16 februari 1815 het verdrag ratificeerde. Het Verenigd Koninkrijk werd bij het verdrag vertegenwoordigd door de Britse onderminister van Oorlog en Kolonies Henry Goulburn en Admiraal James Gambier, voor de de Verenigde Staten door Albert Gallatin, Henry Clay, de Amerikaanse ambassadeur in Rusland John Quincy Adams en John Holmes.Als gevolg van het verdrag werden alle gevangenen vrijgelaten en alle veroverde gebieden en boten teruggegeven.
Waarom werd nu precies Gent uitgekozen voor de vredesonderhandelingen en de afsluiting van dit verdrag? Eerst en vooral diende een ‘neutraal’ terrein te worden gezocht. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië zelf waren bijgevolg meteen al uitgesloten, hoezeer de stad London ook had gewild als gastheer op te treden. Frankrijk kwam, als verliezende partij in de strijd tegen de Europese geallieerden, niet in aanmerking. Göteborg, dat ook kandidaat was, werd uitgeschakeld: in Zweden zat immers een Napoleongetrouwe vorst op de troon.
De Zuidelijke Nederlanden stonden tussen februari 1814 en september 1815 onder geallieerd bestuur: ze waren dus per definitie neutraal en werden meteen de eerste keuze. De stad Gent bood voldoende mogelijkheden: de stad had in de voorbije decennia een grote groei en bloei gekend en had dus voldoende allures en accommodatie om het internationale gezelschap te herbergen. De ligging van de stad speelde ook mee: ze lag centraal genoeg in de Zuidelijke Nederlanden om vlot bereikbaar te zijn en voldoende dicht bij de kust om, in geval de vijandelijkheden met Frankrijk weer zouden opflakkeren, een snelle evacuatie naar Groot-Brittannië mogelijk te maken.

De Amerikaanse delegatie huurde als verblijfplaats het barokke Schamp hotel, dat toen onbewoond was. Dat waren drie herenhuizen uit de 18de eeuw, op de hoek van de Veldstraat met de Volderstraat, die achtereenvolgens als "Hof van Lovendeghem", "Hotel Schamp" en "Hotel d'Alcantra" bekend stonden. Het complex werd bij een openbare verkoop in 1898 in tweeën gedeeld en in het begin van 20ste eeuw werd het gelijkvloers omgebouwd. Vandaag bevinden er zich de winkelpanden van Caron & Esprit/C&A.
De Britten vonden onderdak in de voormalige Residentie van Lieven Bauwens op het Fratersplein. In 1798 had Lieven Bauwens het kartuizerklooster van het Meerhem, dat door Jozef II in 1783 was afgeschaft, aangekocht om er te wonen en een fabriek in onder te brengen. Kanunnik De Decker kocht in 1843 een groot deel van het domein, ten behoeve van de Broeders van Sint–Jan de Deo die er in 1844 hun intrek namen. In 1946 nam de congregatie der broeders Hiëronymieten het bestuur van het instituut Sint–Jan de Deo over.
Op Kerstmis 1814 werd in de Sint-Baafskathedraal een dankmis opgedragen, bijgewoond door alle delegatieleden en op 8 januari 1815 werd hen door het Gentse stadsbestuur een banket aangeboden in de Troonzaal van het stadhuis.