Ros Beiaard   Alois De Beule en Domien Engels Graaf de Smet de Naeyerplein

Tussen het Erehof en het Waterkasteel stond, tijdens de Wereldtentoonstelling 1913, het monumentale standbeeld ‘Het Ros Beiaard en de vier Heemskinderen’. Het beeld was uitgevoerd in brons. Het was een ontwerp van Alois De Beule die geassisteerd door Domien Engels het beeld boetseerde. Daarna werd het in brons gegoten. De beeldengroep staat nu nog op zijn oorspronkelijke plaats op het Graaf de Smet de Naeyerplein.

Alois De Beule werd geboren in de Oost-Vlaamse gemeente Zele. Zijn studie volgde hij aan de Gentse Academie en de Sint-Lucasschool in Gent, alwaar hij in 1888 de grote prijs voor beeldhouwkunst won. Daarnaast was hij in die periode in de leer bij de beeldhouwers Matthias Zens en Petrus Pauwels-D'Hondt. In 1889 richtte Aloïs samen met zijn broer Emile De Beule een eigen atelier op. Ze begonnen in Sint-Pietersdorp in een schuur, op de plek waar nu zijn monument Het Ros Beiaard staat opgesteld. Dit beeld maakte hij voor de wereldtentoonstelling van 1913 in Gent. Hij deed dit samen met Domien Ingels, die dierenbeeldhouwer was. Dit betekende ook zijn doorbraak. Aloïs De Beule overleed in 1935 te Gent.

Domien Ingels werd geboren op 23 juli 1881 in de Gentse volksbuurt de Brugse Poort. Hij verbleef en werkte vanaf 1913 in Drongen. Hij kreeg zijn artistieke opleiding in de ateliers van Domien Van den Bossche, Hypolyte Leroy, Louis Tijtgadt en Jean Delvin. Vanaf 1900 was hij leraar tekenen en beeldhouwkunst aan de Gentse academie. Als zoon van een slager was hij goed vertrouwd met de anatomie van vele dieren. Hij was dan ook bij uitstek een dierenschilder, met sterke voorkeur voor werkende paarden en windhondenHij maakte o.m. naam met het Ros Beiaard gemaakt voor de wereldtentoonstelling van 1913 dat nu op het De Smet-De Nayerplein in Gent staat en het monument Koning Albert in het Gentse Zuidpark. Samen met grootmeester Constant Permeke had hij een atelier in het Gentse Sint-Elisabethbegijnhof.

De sage van Het Ros beiaard.

De ridder Heems van de Ardennen was een trouwe leenman van Karel de Grote. Hij trouwde met een zuster van Karel. Zij schonk haar echtgenoot vier zonen: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. Van het viertal was Reinout de sterkste. De vier zonen kregen van hun vader, naar oude traditie, elk een paard als geschenk. Reinout was echter zo sterk dat het enige ros dat hem kon dragen de beruchte hengst Bayard (het Ros Beiaard) was. Na een heroïsche strijd tussen paard en Reinout slaagde deze erin het wonderbare paard aan zijn wil te onderwerpen. Vanaf dat moment zou het Ros Beiaard ridder Reinout blindelings gehoorzamen. Maar er ontstond een ernstige vete tussen Karel de Grote en Heems en zijn zonen. Tijdens een partijtje schaak doodde Reinout, Lodewijk, de zoon van Karel de Grote. Karel zwoer dat hij Lodewijk zou wreken, en hij achtervolgde de vier broers, die wegvluchtten op de rug van het ros Beiaard en zich verborgen in het ontoegankelijke Ardense woud. Om zijn ondertussen gevangen vader te bevrijden leverde hij zijn ros uit aan Karel de Grote, die eiste dat het paard werd verdronken. Tot tweemaal toe verbrijzelde het paard met één hoefslag de molenstenen die om zijn nek waren gebonden en zwom het terug naar de oever, waar Reinout stond te kijken. Bij een derde poging dacht het paard dat Reinout niets meer van hem wilde weten en liet het nobele dier zich verdrinken.