St Camillus

Het ontstaan van Sint-Camillus dateert van 1936. Het instituut bestond uit één gebouw dat vandaag nog steeds gebruikt wordt: het Kasteel.
Reeds in 1844 werd gewag gemaakt van een kasteel dat toebehoorde aan Dhr. Hamelinck. Omstreeks 1874 kwam het kasteel in handen van de familie Leo, Hector en zusters Delebecque, die de eerste verbouwingen uitvoerde. Wellicht via huwelijk werd de familie de Gellinck d’Elseghem mede eigenaar van het kasteel.
In 1892 werd een nieuw kasteel gebouwd.
In 1895 is het kasteel reeds eigendom van Ridder de Gellinck d’Elseghem die er ook zijn intrek nam. Bij een felle brand in maart 1911 waarbij de familie de Gellinck en haar personeel ternauwernood aan de dood ontsnapten, werd het kasteel nagenoeg volledig vernield. Pas in 1914 was het kasteel hersteld en nam de familie de Gellinck er opnieuw zijn intrek. In 1933 verhuisde het gezin en het kasteel bleef leeg en onbewoond.
Wanneer in 1936 de toenmalige psychiater Dr. De Vos besliste om een psychiatrisch ziekenhuis te starten voor de behandeling van mensen met acute psychiatrische stoornissen zonder dat een collocatie noodzakelijk was, was de geboorte van Sint-Camillus nakend.
Hij richtte zijn voorstel aan de kerkelijke overheid die de congregatie van de zusters Maricolen-Franciscanessen van Waasmunster vroeg de hoede voor dit ziekenhuis op zich te nemen. De congregatie aanvaardde deze nieuwe uitdaging en besliste het kasteel aan te kopen van de toenmalige Ridder de Gellinck d’Elseghem. Naast de stichter Dr. De Vos kunnen ook nog de 3 zusters, Zr. Remigia De Smet, Zr. Rudolfa Smet en Zr. Michaël Matthys als pioniers worden beschouwd.
In 1937 werd E.H. Emiel Kestens door het Bisdom Gent aangeduid als eerste aalmoezenier van Sint-Camillus. Door de talrijke aanvragen en het beperkt aantal plaatsen, werd beslist om in 1938 het koetshuis (= huidige therapiegebouw) om te bouwen tot een ziekenhuis waarbij een grotere capaciteit aan bedden werd beoogd.
Tijdens de donkere oorlogsperiode van ‘40-’45 nam het Duitse leger zijn intrek in het kasteel en moesten de daar logerende patiënten verhuizen naar het ziekenhuis. Ze konden pas terugkeren na de oorlog en na de herstelling van de vrij aanzienlijke beschadiging aan het kasteel.We schrijven 1945 wanneer de stichter en bezieler Dr. De Vos na een slepende ziekte overleed. Hij werd opgevolgd door Dr. Wauters.
Een eerste uitbreiding van het patrimonium kwam er in 1946 waarbij een conciërgewoning werd gebouwd in de Steenaardestraat.
Tot nog toe was de opname in Sint-Camillus helaas enkel weggelegd voor de begoede zieken, aangezien het toenmalige daggeld van 60,- fr. niet door iedereen kon worden betaald. Hierin kwam verandering in 1947 wanneer de Verzekering tegen Ziekte en Invaliditeit ook de acute psychiatrie is gaan omvatten. Ten gevolge van het groeiend aantal patiënten werd in datzelfde jaar zelfs een tweede psychiater tewerkgesteld.
In 1950 werd het patiëntenbestand zo groot dat een uitbreiding van de observatiediensten onontbeerlijk was.Het succes van onze instelling stopte niet en in 1958 moesten alweer grote aanpassingswerken worden uitgevoerd om beter te kunnen inspelen op de behoeften van zowel patiënt, verplegend personeel als van de modernere vereisten van de psychiatrische geneeskunde in het algemeen.
In 1960 werd beslist om een derde paviljoen ‘De Herenbouw’, te bouwen. Hierdoor verhoogde de capaciteit tot 160 bedden. Het instituut bloeide en naast de immer veranderende noden inzake personeel en specialisatie was er in 1965 ook aandacht aan de geestelijke noden. Er werd namelijk beslist om, in vervanging van de kleine huiskapel in het kasteel, een grotere aparte kapel te bouwen voor het steeds groter wordend aantal patiënten. In datzelfde jaar werd  trouwens een derde geneesheer-psychiater aangeworven.
Door het succes van de instelling drong een verdere uitbreiding zich op. Er werd beslist om in 1966 een aanvraag tot uitbreiding en vernieuwing te richten aan het Ministerie van Volksgezondheid.
Waar leven is, is beweging, verandering en voortdurend nieuwe noden. In 1968 werd voor de geestelijke gemeenschap, die op dat ogenblik uit  20 zusters bestond, een afzonderlijke woning gebouwd dicht bij de kapel. Een polyvalente zaal werd opgericht in 1969, waarin o.a. diverse culturele activiteiten werden georganiseerd en waar zowel een cafetaria voor patiënten met bezoek, alsook een ruimte was voorzien waar personeel maaltijden kon nuttigen.
In 1970 werden respectievelijk het zuiveringsstation en een personeelswoning gebouwd, maar de belangrijkste datum was 17 augustus 1971. Op deze datum werden de werkzaamheden gestart voor de bouw van de nieuwe kliniek.
Op 31 mei 1975 was het dan eindelijk zover. De nieuwe kliniek werd op deze dag plechtig geopend in het bijzijn van heel wat prominenten.
Het was een modern gebouw, aangepast aan de behoeften van dat ogenblik. Er werden in dat zelfde jaar tevens 180 bedden toegewezen aan Sint-Camillus.
Na de bouwwoede van de afgelopen decennia bleek in 1981 de tijd aangebroken om ook inhoudelijk een vernieuwing door te voeren. Waar voor 1980 de instelling hoofdzakelijk verdeeld was in 6 afdelingen met gelijkaardige patiënten in behandeling streefde men nadien naar meer specifieke opname- en/of behandelingseenheden.
Dit streven werd zelfs versneld door de omvangrijke aanpassingswerken waartoe het instituut werd verplicht als gevolg van een negatieve brandweerinspectie.
De instelling groeide ondertussen uit tot een gespecialiseerde verzorgingsinstelling.
Ook in 1995 werd het dagcentrum opgericht. Van de 180 bedden werden daarvoor 8 bedden omgezet in plaatsen voor dagbehandeling. Van bij de start was het duidelijk dat het dagcentrum beantwoordde aan een nood. Op korte termijn waren er meer dan 40 patiënten die meerdere dagen per week naar het dagcentrum kwamen.
Het jaar daarop is de afdeling A4 – een afdeling voor chronische patiënten – opgeheven en is in de plaats daarvan begonnen met een afdeling voor jonge druggebruikers (het huidige KA+2).  Dit nieuw initiatief had aanvankelijk moeite om zich te lanceren maar na 2 jaar had het zijn plaats verworven binnen de regionale aanbod van drughulpverlening.
Na een grondige voorbereiding van een jaar, is in september 1999 gestart met een specifieke afdeling voor de opname van moeders met een postpartum psychologische problematiek samen met hun kindje.  Deze afdeling, gevestigd op de afdeling angst- aanpassings- en stemmingsstoornissen, heeft een capaciteit van 4 plaatsen.
Eind 1999 is een nieuwbouw “De Vennen” in gebruik genomen na een periode van 4 jaar bouwen.  “De Vennen” biedt onderdak aan de behandelafdelingen die tot dan toe in de Herenbouw gehuisvest waren. 
De laatste innovatie waarmee gestart is, is de liaisonpsychiatrie met A.Z. Sint-Vincentius Deinze en A.Z.Sint-Lucas Gent.  Vanaf  mei 2000 worden patiënten in deze beide algemene ziekenhuizen begeleid door onze psychologische dienst.
Psychiatrisch ziekenhuis Sint-Camillus uit Sint-Denijs-Westrem en psychiatrisch centrum Caritas uit Melle willen op 1 januari 2018 fuseren. De 740 personeelsleden hoeven niet voor hun job te vrezen. “Door nauwer samen te werken willen we ons aanbod in de psychische zorg nog verbeteren. We zullen door de fusie alle leeftijdscategorieën hulp kunnen bieden. Ons aanbod aan klinische zorg vult mekaar perfect. Er zal niemand moeten afvloeien. Wat wel kan, is dat een aantal mensen zich wat anders zullen moeten oriënteren, maar tegelijkertijd willen we er ook voor zorgen dat iedereen voldoening haalt uit zijn job”, zegt Manu Keirsse, directeur van Caritas. Beide groepen onderhandelen met het UZ Gent over een samenwerking.

https://www.karus.be/nieuws/pz-sint-camillus-pc-caritas-karus