De Minnemeersbrug

De Minnemeersbrug is een stenen boogbrug over de Leie in de stad Gent. De brug bestaat uit één overspanning. Op de vier hoeken van de brug staan stenen pilaren, waarop lantaarns zijn gemonteerd. De brug is eigendom van de stad Gent en werd gebouwd onder het burgemeesterschap van Emile Braun.

Ter hoogte van de Minnemeersbrug ligt het gebouw van de voormalige katoenspinnerij Desmet-Guéquier, waarin sinds 1991 het Industriemuseum, het museum over industrie, arbeid en textiel, is gevestigd.

Reeds in 1338 was er een vermelding van de Minnemeersbrug. Deze brug lag echter 100 m stroomopwaarts, ter hoogte van de huidige Groenbrugstraat.

De naam van de brug is afgeleid van de Minnemeers (tevens de naam van een straat en van een concertzaal in de buurt), waarbij minne een verbastering is van het woord gemene. De Minnemeers is dus een gedeelde, aan de hele bevolking toebehorende meers.

De brug wordt - vooral door de Gentenaars - ook wel Kongobrug genoemd, omdat zij in het verlengde van de Kongostraat ligt.

Voor de eerste maal vermeld in 1338 : "De brucghe in de Minnemersch ter Mudewaert".

Het was een vaste houten brug welke nog te zien is op het plan van 1534.

In 1563, den 9de mei, werd de eerste steen gelegd van de nieuwe steenen brug.

In 1754 werd de stenenbrug vervangen door een houten draaibrug.

In 1801 gaf Lieven Bauwens (toen burgemeester van Gent) opdracht er een dubbele optrekkende brug te maken, de Liefkensbrug genoemd.

De brug lag niet op dezelfde plaats als nu doch in het verlengde van de Goudstraat.

In 1872 was de brug in zo een slechte toestand dat men om vernieuwing vroeg.

Uiteindelijk werd er in het begin dezer eeuw beslist terug een stenen, ditmaal verhoogde brug te bouwen rechtover de nieuw aangelegde Congostraat . De huidige Gentenaars spreken dan ook meestal van de Congobrug i.p.v. de Minnemeersbrug.

Over de oorsprong van de naamgeving "Minnemeers" bestaan er verschillende verhalen en veronderstellingen.

In Oost-Vlaamse Zanten verscheen, in 1941, een artikel over de Minnemeers waarin de schrijver, Jos Vermeulen, een tiental hypothesen vooropstelt Volgens de schrijver was de enige juiste uitleg de volgende : er is hier sprake van een laagliggend, moerassig gebied dat later werd omgevormd tot weiland en hooimeers. Voor wat betreft het eerste gedeelte van het woord nl. "Minne" bestond er een legende die Minne uitlegt als een watergeest ofte waterminne.

De plaats was, op zichzelf, helemaal geschikt om in vroeger tijden een minnesage te doen ontluiken. Een moerassig terrein dat in de eerste tijden zeker afgelegen onherbergzaam en gevaarlijk moet zijn geweest.

Daarbij komt nog dat de naam van Minnemeersbrug werd gegeven aan twee verschillende bruggen die rechtover elkaar lagen : de eerste een kleine stenen brug, in 1608 het "minnemeers brugskinne" genoemd, dat over de Minnemeersleie lag op het einde der Goudstraat (voorheen Minnestraat geheten) en op het plan van Goethals, anno 1796, vermeld als de "Tooveresbrug" wat in verband met de legende toch wel veelbetekenend is (zie verdwenen bruggen).

De tweede, de eigenlijke Minnemeersbrug of "houten brugghe" (1508) over de Leie werd soms ook de Minnebrug genoemd (niet te verwarren met deze over de Houtlei).

 

Kijk ook eens op https://www.collectie.gent/.  En https://beeldbank.stad.gent/index.php?option=com_memorix&mrx_mod=result&Itemid=29&mrx_offset=464 hebben een prachtige verzameling oude foto’s over Gent

https://ghendtschetydinghen.be/