Compagnie Chantal op de Waalse Krook

Meer dan 100 jaar geleden had componist en instrumentenbouwer Léon Moeremans een muziekinstrumentenatelier gelegen in Rue du Petit Toquet te Gent, later werd de straatnaam vernederlandst als Waalse Krook.

Na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, werd daar gestart met het produceren van grammofoonplaten.

‘Compagnie Chantal’ komt de eer toe de eerste echt Belgische grammofoonplatenfirma te zijn.

De straat bevond zich op de huidige site De Krook. Het atelier en de straat zijn er niet meer door de infrastructuurwerken bij de bouw van de nieuwe bibliotheek.

Rond 1913 stichtte Léon Moeremans in Gent een muziekinstrumentenatelier en kreeg verschillende onderscheidingen voor het maken van koperinstrumenten. Hij genoot een wereldwijde erkenning.

Hij leverde instrumenten in België, Nederland, Noord-Frankrijk en zelfs in de Verenigde Staten. Naast blaasinstrumenten vervaardigde Moeremans er ook piano’s.

Na de oorlog, vanaf 1919, werden de activiteiten hervat, alleen voor piano’s, en werden grammofoons geïmporteerd. Onder de naam ‘Compagnie Chantal’ realiseerde Moeremans vanaf 1919 muziekopnamen op plaat.

In 1920 kwamen zijn zonen Julien en Albert in de zaak en startte de fabricage van eigen grammofoons die van een heel goede kwaliteit waren en waarvoor de firma zelf de houten meubelkasten leverde. Toen ‘Compagnie Chantal’ als eerste Belgische platenfirma van start ging, waren al een aantal buitenlandse labels met studio’s in België actief.

Compagnie Chantal nam in totaal zelf zo’n 4.000 nummers op en kochten ook matrijzen in van de buitenlandse firma’s Aeolian, Aco, Vocalion, Homochord, Beltona en Coliseum.

Moeremans perste grammofoonplaten tot in 1932 onder volgende labels: Chantal, Chantal Aiguille, Chantal à Saphir, Chantal Bijou, Vocalion en Broadcast.

De eerste opnames van Chantal zijn – net als die in het buitenland – opnamen van grote stemmen van Belgische operazangers zoals van de bariton Armand Crabbé (1883-1947) en de tenor André d’Arkor (1901-1971). De populaire Franse bariton Louis Lynel (1887-1967) was een van de vaste vedetten en was verantwoordelijk voor een groot deel van de eigen opnames.

De beroemde Belgische bariton Jean Noté (1858-1922) nam enkele dagen voor zijn plotse dood twintig plaatkantjes op voor Chantal, het waren zijn laatste opnames. Een van de eerste amateurformaties binnen de jazz in de twintiger jaren, de Miami Jazz-Band, had in 1925 opnamesessies bij ‘Chantal’. De opnames voor ‘Compagnie Chantal’ gebeurden in de Minardschouwburg

De grammofoonplaten zelf waren van een slechte kwaliteit. De materie was waarschijnlijk te zacht en niet goed bestand tegen de slijtage die de stalen naalden aanrichtten. Een uitzondering zijn de saffierplaten die kwalitatief beter waren, maar waarvan er niet veel werden vervaardigd.

De platen verschenen op verschillend formaat: op 25 cm en 30 cm met als label Disque Chantal of Chantal de Luxe; Chantal-Bijou varieerde van 12,5 cm tot 14,5 cm; Chantal Radio en Chantal Aiguille waren 20 cm en Chantal Saphir 30 cm. Alle plaatopnames van ‘Chantal’ zijn akoestische opnames.

De economische crisis en de opkomst van de radio veroorzaakten het faillissement van ‘Chantal’. De firma ging failliet in 1931 of 1932 (verschillende data naargelang de bron). Félix-Robert Faecq, jazzliefhebber en vroege pionier in de verspreiding en promotie van jazz in België, schrijft het faillissment toe aan de mislukking van de 20 cm platen, die in de jaren 1931-1932 van de markt verdwenen en waardoor Vocalion in Londen en Vocalion Chantal in Gent ten onder gingen.

De firma Edison-Bel nam in 1932 Chantal over, ging in 1935 zelf failliet en kwam in handen van de Société Belge du Disque. De directeur van Sobedi, Fernand Janssens, legde zich toe op de Belgische markt en startte met het uitbrengen van het Vlaamse repertoire.

Janssens bracht grammofoonplaten uit op het label Olympia, bouwde een opnamestudio in de Lemonnierlaan in Brussel, maar bleef grammofoonplaten persen in de perserij van ‘Chantal’ op de Waalse Krook.