Bij het binnentreden van de kerk wordt duidelijk waarom de Sint-Baafskathedraal haar titel ‘majestueus’ waardig is. De grootsheid en weidsheid voltrekt zich reeds onder de klokkentoren. De horizontaliteit wordt beklemtoond door het langgerekte lijnenspel van zwart-witte vloertegels, terwijl de verticaliteit zich ontplooit in de massieve zuilen op hoge sokkels. De drieledige opstand van scheibogen, triforium en bovenlichten bekrachtigen de integrale verhevenheid. Deze imposante structuur bevat complexe gewelven waarvan de zandstenen ribben sterk aftekenen tegen de bakstenen kappen.

In de verte schittert het zwart-witte hoogkoor, aan de zijkant de weelderige rococopreekstoel, en verspreid de volumineuze beelden en portiekaltaren. De indrukwekkende verzameling religieuze objecten, daterend uit de 8ste tot 21ste eeuw, behoort tot de top van de Belgische kunst. Het westportaal. Een renaissancistisch tochtportaal leidt de kerkganger sinds 1572 naar binnen. De vormentaal spreekt voor zich: een tempelconstructie met halfzuilen op zware sokkels. De kroonlijst bevat de lijfspreuk van schenker Viglius Aytta, toen priester van de kerk. In het fronton prijkt zijn wapenschild tussen dat van het kapittel en de Sint-Baafsheerlijkheid.

Het schip telt vier zijkapellen in het noorden en vier in het zuiden. Onder invloed van de 19de-eeuwse neogotiek werd het hekwerk vervangen en de kapelaankleding volledig herdacht. Het respect voor de oudere kunstwerken blijkt uit hun waardige opstelling in het nieuwe concept. Een schoolvoorbeeld is de Sint-Machariuskapel, een neogotisch Gesamtkunstwerk naar ontwerp van de befaamde Jean-Baptiste Bethune (1821–1894). De aanwezige polychrome interieurafwerking, het glasraam, het beeldhouwwerk en de afsluiting zijn harmonieus op elkaar afgestemd.

LAURENT DELVAUX, PREEKSTOEL, 1741-1745

De preekstoel in de Sint-Baafskathedraal is een meesterwerk van rococo beeldhouwkunst. Het gestoelte werd in 1741-1745 vervaardigd door de Vlaamse beeldhouwer Laurent Delvaux (1696-1778). Na een werkverblijf in Engeland en een reis naar Italië voerde hij verschillende opdrachten uit voor diverse kerken en abdijen in de Nederlanden. De middengroep van de preekstoel bestaat uit twee allegorische figuren; duidelijk geïnspireerd op het werk van Lorenzo Bernini (1598-1680) stellen zij ‘De Waarheid ontsluierd door de Tijd’ voor. Achter de figuren ondersteunt een boomstam de kuip. Van de twee trappen die tot het gestoelte leiden, wordt elke trap geflankeerd door een engel met het wapenschild van bisschop Antonius Triest. Drie marmeren reliëfs sieren de kuip; ze stellen de geboorte van Jezus, de bekering van Paulus en de bekering van de heilige Bavo voor. Twee appelbomen dragen het klankbord dat met een draperie is behangen. Bovenaan torsen twee engeltjes een groot kruis. De preekstoel kon gerealiseerd worden met geld uit het fonds van bisschop Triest. Laurent kreeg de opdracht van het Kapittel van Sint-Baafs. Het contract tussen beide partijen werd getekend op 6 maart 1741.
Reeds in 1719-1720 koesterde de geestelijkheid van de kathedraal het plan om de oude preekstoel, eertijds door Viglius Aytta geschonken, te vervangen door een nieuw kunstwerk. In 1738-1739 en later maakten Van der Brugghen uit Antwerpen, Theodoor Verhaeghen uit Mechelen en Laurent Delvaux uit Nijvel een ontwerp voor een nieuwe kansel. Het model van laatstgenoemde werd ter uitvoering aangenomen door het Gents kapittel, dat reeds op zes maart 1741 een schriftelijke overeenkomst afsloot met de beeldhouwer. Daarin werd nauwkeurig omschreven welke materialen moesten worden gebruikt namelijk Deense eik en wit Italiaanse marmer, en hoe het kunstwerk er moest uitzien. In 1745 had Delvaux zijn werk voltooid.
Die preekstoel, terecht beschouwd als een zeer representatief stuk inzake rococo kerkmeubilair in Vlaanderen, is nogal grootscheeps uitgewerkt. De blik van de toeschouwer valt onmiddellijk op de allegorische marmeren beeldengroep onder de kuip, verbeeldende de Waarheid en de Tijd. De Waarheid, in de gedaante van een mooie jonge vrouw in een zwierige houding, heeft een lijvig en opengeslagen boek in de handen. Haar fraai opgeschikt gewaad, dat de kunstenaar op treffende wijze wist weer te geven, vangt de beweging op van haar lange golvende haardracht. De wereldbol onder haar rechtervoet betekent, dat de waarheid hoger en waardiger is dan alle andere goederen. De zon, die op haar borst schittert, wil aantonen dat de Waarheid een vriendin is van het licht en dat ze opkijkt naar God, zonder wiens licht geen waarheid bestaat. De vrouw wordt gekroond met een lauwerkrans, het teken van de overwinning. Op het boek in haar handen staat volgende zin uit een toespraak van Paulus tot de inwoners van Ephese: 'Ontwaakt gij slaper; sta op uit de doden, en Christus zal over U lichten'.
Met haar gracieus lichaam, lichtjes naar hem toegewend, keert de Waarheid zich naar een gevleugelde man, die de Tijd voorspelt. Hij is gevleugeld omdat het spreekwoord zegt: de tijd vliegt snel. De grijsaard zit op enkele steenblokken en leunt tegen een boom, die de kuip van de kansel schraagt. Hij wordt uit zijn slaap gewekt door een putto, die op een trompet blaast, en heft de sluier op, die de Waarheid voor hem verborgen hield. Men lette op zijn expressieve kop met treffend licht- en schaduwspel in de geest van de laat-barok. Gedurende eeuwen was de mensheid onwetend over de heilsboodschap van Christus. Ze zag de Waarheid niet. Thans werpt de Tijd de sluier af, die hem het 'inzicht' belemmerde. Onderricht door de Waarheid wordt hij geïnspireerd door het goddelijke Woord, dat verzinnebeeld wordt door de putto met de trompet.
De gehele groep, geïnspireerd op een onvoltooid gebleven werk van de Italiaanse beeldhouwer Bernini, is zeer evenwichtig opgevat. De geslaagde tegenstelling tussen de jeugdige en lieftallige vrouw en de gespierde grijsaard, hun houding en hun drapering getuigen van het talent van de kunstenaar.
De takken van de boom slingeren lenig omheen de kuip van de kansel, die versierd is met talrijke rococomotieven en met vier medaillons in reliëf uitgewerkt. Drie daarvan zijn explicerende voorstellingen van de overwinning van de Waarheid op de Tijd en houden dus nauw verband niet de beeldengroep onderaan. Vooraan krijgen we de geboorte van Christus omgeven door engelen en cherubijnen. Dit verbeeldt het Licht onder de mensen. Rechts is de bekering van Paulus voorgesteld die op weg naar Damascus met blindheid werd geslagen. Links staat de bekering van de H. Bavo. Zijn ogen gingen open en hij werd ziende. Hij werd immers getroffen door de prediking van de H. Amandus en trok zich biddend terug in een holle boom. In het laatste medaillon aan de achterzijde prijkt het borstbeeld van bisschop Antoon Triest. Het gedrapeerde klankbord met onderaan een duif in een stralenkrans, wordt door twee appelbomen ondersteund. Op het klankbord houden twee engeltjes een groot kruis vast, dat met zijn strakke vlakken scherp contrasteert met de speelse takken van de boom. Een derde engel neemt de appel weg uit de muil van een slang, die in de boom kronkelt. Aan de opgang van iedere trap bevindt zich aan de binnenzijde een levensgrote engel met het wapen van bisschop Triest, dank zij wiens fonds het mogelijk was dit beeldhouwwerk te laten uitvoeren. De trapleuning met haar sierlijke curven en haar weelderige en speelse schelpen op de borstwering is reeds op zichzelf een prachtig stuk rococo. De gehele preekstoel moet niet noodzakelijk vanuit een bepaald punt worden gezien. Hij is geconcipieerd als een beeld dat aan alle zijden kan worden bewonderd, zonder dat de compositie aan waarde verliest.

 

Andere kunstwerken