Schepenhuisstraat

De Schepenhuisstraat in Gent is een smal, historisch straatje dat deel uitmaakt van de oude binnenstad. Hoewel er weinig specifieke grote gebeurtenissen aan dit straatje zijn gedocumenteerd, draagt het met zijn gebouwen wel een duidelijke getuigenis van de Gentse burgerlijke architectuur door de eeuwen heen.De straat ligt in de “Kuip”, de kern van het middeleeuwse Gent, en maakt deel uit van de wijk Sluizeken-Tolhuis-Ham, een laaggelegen stadsdeel vol grachten en oude stadsgrenzen.
Een van de bekendste gebouwen in de Schepenhuisstraat is Huis de Rave, op de hoek met de Onderstraat. Dit huis dateert in kern uit de eerste helft van de 17de eeuw. De gevel van Huis de Rave toont cartouches met jaartal “1736” en een raaf-voorstelling (“de Rave”) op de borstwering, wat symbool staat voor de naam van het huis. In archieven wordt het huis vermeld in verband met renovaties in 1746, toen ook de winkelpui gemoderniseerd werd.

“De Drake” was op de hoek van de Saystege en de Hoogpoort gelegen. Het was begin 14e eeuw eigendom van de rijke poorter Nicolaas de Jonghe. In 1521 werd bij de afbraak van deze woning het hout en de stenen gerecupereerd voor de bouw van een nieuw stadhuis en voor werken aan de Vleeshuisbrug. Op de vrijgekomen grond werd een nieuw gebouw opgetrokken dat aanvankelijk dienst deed als bergplaats voor allerhande voorwerpen, de “loge dezer stede”. Een deel van de grond was vrijgelaten tot nut van procureur Marcus Snouck die het als uitgang voor zijn woning gebruikte richting Zaadsteeg. In de 17e eeuw was het de locatie voor het corps de garde van de in 1752 opgerichte Pandoeren, de Gentse politie. Een eeuw later voorzag het de brandweer van Gent met zijn 40 man sterk van onderdak om ze in 1830 te zien vertrekken naar het Geeraard Duivelsteen toen het personeel was opgelopen tot 150. De opnieuw vrijgekomen ruimte was geschikt als studiezaal voor de leden van het genootschap “Jong en Leerzuchtig” om in 1844 plaats te moeten ruimen voor de kosteloze stadsapotheek. Naderhand mocht de politie er nog enige tijd in verblijven om in afwachting van de uitbreiding van de Gentse stadsdiensten als opslagplaats te worden gebruikt.

Veel panden in de Schepenhuisstraat zijn beschermd erfgoed. Bijvoorbeeld, Schepenhuisstraat 9 is een diephuis met trapgevel – drie traveeën breed, twee bouwlagen onder een zadeldak – uit de 17de eeuw. Het hoekpand Hoogpoort 61 / Schepenhuisstraat 1-3 is in kern 17de-eeuws, maar kreeg sterke aanpassingen in de 19de en 20ste eeuw.

De straat toont een mix van architecturale stijlen, voornamelijk burgerhuizen (diephuizen, trapgevels, puntgevels) die de evolutie van Gentse stadsbebouwing illustreren van de 17de tot de 19de eeuw. Door het behoud van deze gebouwen – veel ervan zijn opgenomen in de Inventaris Onroerend Erfgoed – is de Schepenhuisstraat een voorbeeld van hoe relatief bescheiden straten toch cultureel erfgoed belichamen.
Architecturaal en historisch vormt de straat een stille getuige van het stedelijk leven van vroeger, met geveldetails zoals trapgevels, cartouches en oude winkelpuien die verwijzen naar de sociale en economische structuur van Gent in vroegere tijden.

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent

ghendtsche tydinghen