Catalonienstraat

 

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar

https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent

 

Beeldschetsing 1468: Door een conflict tussen de kerkmeesters en de handelaars werd op het kerkhof de passage aan de Veldstraat afgesloten voor de vele “vullichede” (vuile praktijken) die er plaatsvonden. Ter hoogte van de “Cromstege” kwam een gracht te liggen omme te belettene twroeten vanden veerckene (om de varkens tegen te houden die in de graven zaten te wroeten). De handelaren waren verontwaardigd omtrent deze situatie die zo hun handelsstraat zag afgebakend. De schepen, rekening houdend met beide partijen, besliste dat het traliehek ter hoogte van de begraafplaats mocht voltooid worden mits het dempen van de gracht en rekening houdend met de handelstrafiek. Uiteindelijk bleek die weg niet echt breed wat leidde tot éénrichtingsverkeer.

De Cataloniëstraat was oorspronkelijk een nauw straatje tussen het Belfort en de toen nog Kleine Korenmarkt aan de St.-Niklaaskerk. Deze kerk domineerde de omgeving van de Cataloniëstraat. De Cataloniëstraat versmolt halverwege 19e eeuw samen met de Korte Ridderstraat (traject Stadshal -Gouden Leeuwplein) aan het Belfort tot de St.-Jansstraat die doodliep aan de Nederschelde. De Kleine Korenmarkt aan de westgevel van de St.-Niklaaskerk was de officiële Gentse fruitmarkt. Op de hoek van de Veldstraat was de “Kapel der Fruiteniers” waar boeren de mis konden bijwonen vooraleer de markt te doen.

Hier stond eertijds een ziekenhuis voor arme lieden nl. het Wittocxhospitaal. Het was een monumentaal gebouw met twee torens, opgericht dd.1100, dat zich uitstrekte van de Cataloniëstraat tot aan de Bennesteeg en van de Veldstraat tot aan de huidige St.-Niklaasstraat. Door een brand in 1176 raakte het gebouw in een vervallen toestand waar zieken niet meer konden verblijven. Jonkvrouw Catharina Utenhove besloot vervolgens haar woning in Onderbergen tot hospitaal in te richten alwaar vanaf 1201 de nodige zorgen werden toegediend.

De groei van Gent naar meer ruimte deed de bebouwing aan de Kleine Korenmarkt verdwijnen. Onder het Calvinistisch bewind verdween alle bebouwing rondom de St.-Niklaaskerk, inclusief het kerkhof.

Halverwege de 17e eeuw begon de bebouwing tegen de St.-Niklaaskerk opnieuw ten gevolge stabiliteitsproblemen en de eerbarmelijke toestand van de buitenmuren.

De rechttrekking van de Cataloniëstraat vond plaats in 1836.

Tussen 1900 en 1913 werd met het oog op de wereldtentoonstelling de ruimte tussen het Belfort en de St.-Niklaaskerk gevrijwaard van woningen. Mede met de steun van de op 11 maart 1893 opgerichte “Maatschappij voor Geschied- en Oudheidkunde te Gent” zal het Braun-Van Asscheplan daterend mei 1896 in 1901 worden uitgevoerd. Bij deze ontmanteling zijn in een eerste fase de woningen gesloopt grenzend aan de St.-Niklaaskerk op de Korenmarkt en in de Cataloniëstraat tot net voorbij de zijingang. Verder bleven de woningen nog een tijdje staan waaronder een herberg die toepasselijk de naam droeg “Voor zoo lang als ’t duurt”.

De verdere afbraak van  het blok tot aan de Korte Ridderstraat kwam er onder druk van de Belgische staat dat alleen financiële steun verleende bij algemene sloop. Bij deze sloop in 1906 is een waardevolle gevel aangetroffen van het oude Gents stadhuis.

Statige woningen gaven de Cataloniëstraat het nodige aanzien als er was het Hotel Graaf van Egmont op de plaats van het huidige Metselaarshuis. Zoals Claude Faseur beschrijft: Dit gebouw is van oorsprong een 13de-eeuwse stadswoning, waarvan de achter- en zijgevels waren opgetrokken in onregelmatige stukken Doornikse kalksteen. Mogelijk bestond de voorgevel oorspronkelijk uit een houten constructie. Dit pand was in de 15de eeuw in het bezit gekomen van de metselaarsnering die een voorgevel in zandsteen liet optrekken. De opdracht hiertoe werd in 1526 toevertrouwd aan meester-metselaar Christoffel vanden Berghe.
Gedurende de volgende twee eeuwen werden enkele verbouwingswerken aan de gevel uitgevoerd. Echt ingrijpende verbouwingen zouden in de 19de eeuw plaatsvinden, meer bepaald in 1852 toen de zolderverdieping en de geveltop werden gesloopt, de toegang verplaatst en een verdieping werd bijgebouwd. De woning werd in 1897 ingesloten toen een smal hoekpand werd gebouwd toen de Kromsteeg door de Sint-Niklaasstraat werd vervangen. Tot dan had het Metselaarshuis een vrije zijgevel gehad.
Bij slopingswerken in 1976 bleek achter het 19de-eeuwse pleisterwerk het laatgotische zandstenen parement bewaard gebleven. Ook de zij- en achtergevels van de vroeggotische kern en de in de 16de eeuw verbouwde structuur bleken nog goed bewaard te zijn. Bijkomend archiefwerk maakte duidelijk dat het ging om het oorspronkelijke, doch verloren gewaande Metselaarshuis. Er werd beslist het pand te beschermen en het Metselaarshuis in zijn oude glorie te herstellen. Hierbij werd geopteerd om de voorgevel deels te reconstrueren en een nieuwbouw te integreren in het geheel.