Zandpoortstraat

Straat voorheen genaamd Korte Violettenstraat en thans naar de nabijgelegen Zandpoort, een stadspoort op de Houtlei of middeleeuwse stadswal die parallel met de Zandpoortstraat liep. In 1605 verkregen de Grijze Zusters van Nevele toelating van de schepenen van de stad Gent om hun tehuis voor zwakzinnigen onder te brengen in de stadspoort, vandaar dat de desbetreffende poort ook "Zottepoort" genoemd werd; de afbraak ervan werd begonnen in 1844 en in 1862 waren de laatste resten ervan verdwenen.

Tegenover Onderbergen, in de bocht van de Houtlei, bevond zich vroeger een pleintje waar begin 14de eeuw door de schepen en versterkingen opgetrokken werden, onder meer een ronde toren; toren en omgeving werden begin 15de eeuw toegewezen als verblijfplaats voor de Bogaarden of Beggarden, een broederschap van Franciscanermonniken, die zich voornamelijk toelegden op het weven. In 1415 verkregen zij toelating van de abt van Sint-Baafs om een kapel met klokkentoren op te trekken. Circa 1500 werden de Bogarden omwille van hun ongeregelde levenswijze verjaagd en hun verblijfplaats werd toegewezen aan de wolwevers die er een armenhuis inrichtten. Met de Karolijnse Concessie werd de toren gesloopt en het goed der Bogarden verkocht en in drie verdeeld de kapel die naar verluidt geen funderingen had en in slechte staat verkeerde werd eveneens gesloopt.

De straatzijde aan de kant van de gedempte Houtlei (onpare nummers) wordt gevormd door een 19de-eeuwse bepleisterde gevelwand; daarachter, achteruit springend ten opzichte van de huidige rooilijn gaan nog enkele oude kernen schuil met aan de achterzijde resten van de oude stadsmuur. De overzijde (pare nummers) tussen Iepenstraat en Sint-Martenstraat kwam tot stand na sloping in 1905 van het aldaar gelegen krankzinnigengesticht