Standbeeld François Laurent

Bronzen standbeeld op arduinen sokkel, aanvankelijk toevertrouwd aan Julien Dillens, maar hij overleed vooraleer het werk af was.
De opdracht werd dan toevertrouwd aan de Gentse kunstenaar Jules Van Biesbroeck
jr. (1875-1960), onthulling op 23/11/1908.
Het beeld is ca. 6,30m breed en 3,50m hoog.
François Laurent, aangrijpend levensgetrouw uitgebeeld.
In toga op de leraarsstoel gezeten, het boek der geschiedenis op zijn knieën geopend, staart Laurent, onttrokken aan het schouwspel rond zijn persoon, in diepe gedachten verzonken, onbewogen in de eeuwigheid.
Hij wordt omringd door 4 allegorische figuren (abstract) die in bas-reliëf zijn uitgewerkt:
- De Filosofie, herkenbaar aan een olielamp en een planetarium.
- De Instructie, een man die aan 2 kinderen meetkundig onderwijs geeft.
- De Rechtspraak, een vrouw die een balans vasthoudt.
- De Filantropie, een vrouw die een geknielde arbeid helpt opstaan.
Achteraan staat een uittreksel van een beraadslaging van de Gemeenteraad van
18/10/1884: “Le Conseil déclare solennellement que M. Laurent a bien mérité de la
Ville de Gand.”
Dit was het laatste eentalig Frans monument van de stad Gent.

François Laurent is niet alleen een internationaal gewaardeerde rechtsgeleerde, een hoogleraar aan wie zijn oud-studenten een monument hebben gewijd, hij behoort ook tot die groep negentiende eeuwse professoren die zich maatschappelijk en politiek engageren en zo mee hun stempel hebben gezet op de Gentse geschiedenis.

Aanvankelijk leidt deze Luxemburger van bescheiden komaf, die dankzij de bescherming van machtige liberale vrienden aan de heropgerichte Gentse universiteit in 1835 hoogleraar benoemd is, een teruggetrokken bestaan, geheel gewijd aan studie en lesvoorbereidingen. Laurent publiceert aan een onwaarschijnlijk tempo artikels en boeken over recht en geschiedenis, o.a. de 18-delige Etudes de l’histoire de l’humanité. Het vierde deel van die reeks verschenen in 1856 is gewijd aan Le Christianisme, en daarin ontkent de auteur de goddelijkheid van Christus. De bisschoppen eisen dat de bevoegde minister de professor tot de orde roept en raadt alle ouders aan hun kinderen nooit aan de Gentse universiteit in te schrijven, vermits hun geloof aan het wankelen zou kunnen gebracht worden. De zaak Laurent-Brasseur, want zo gaat de polemiek de geschiedenis in, loopt af op een sisser: Laurent wordt met rust gelaten en verschijnt in de publieke opinie als de kampioen van de vrije meningsuiting. Het enige resultaat van het bisschoppelijk gekrakeel is dat de verhoudingen tussen de Gentse universiteit en de clerus voor decennia vergiftigd zijn en Laurent zich tot een zeer fervente antiklerikaal ontpopt. Hij gaat in de politiek en zal tot zijn dood de clerus en bij uitbreiding de klerikalen met artikels en brochures blijven bestoken. Maar die vinden uiteindelijk weinig gehoor: Laurent blijft om andere redenen bekend in Gent.

Vanaf 1864 zetelt Laurent in de Gentse gemeenteraad en zet hij zich in voor de materiële en morele lotsverbetering van de arbeidersklasse via de verbetering van het stadsonderwijs, het introduceren van het schoolsparen, het inrichten van werkmanskringen en van de Société Callier, waarin ook de burgerzonen hun financiële bijdrage en persoonlijke inzet kunnen leveren. Het schoolsparen, waarbij de kinderen worden aangezet regelmatig kleine sommen op een spaarboekje, beheerd door de schooldirectie, te storten, vindt navolging tot in Nieuw-Zeeland. Laurent, die als liberaal protestant zweert bij het geloof in ‘la Providence’, is ervan overtuigd dat het bijbrengen van de deugd van ‘prévoyance’ aan de kinderen, zal bijdragen tot de groei van de welvaart en de handhaving van de maatschappelijke orde. Hij bezoekt bijna dagelijks de Gentse lagere stadscholen, tot in 1884, en wordt zo bekend bij generaties volkskinderen.

Van de werkmanskringen blijven er na Laurents verdwijnen maar twee actief: Vrijheidsliefde en Geluk in ’t werk, niet toevallig deze die over een eigen, mede door Laurent bekostigd lokaal beschikten. De coöperatief en ziekteverzekering die Laurent aan de kringen wil verbinden kennen geen succes, mede wegens het verzet van de liberale kleinburgerij. Samen met Wagener en Callier heeft Laurent bijgedragen via de verbetering van het stedelijk lager onderwijs tot de vorming van een arbeiderselite waarvan later velen als militant in de Belgische Socialistische Partij zullen opduiken.

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar

https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent