Het spijker

In de dertiende eeuw ontplooide zich een binnenhaven aan de Leie (Tusschen Brugghen) waar de graanhandel tot voile bloei kwam. De havenactiviteiten weerspiegelden zich in de directe omgeving waar gildenhuizen, herbergen en handelshuizen werden ingericht. Vlak bij verwierf een open plein naam als Korenmarkt. In het tolhuisje controleerden de stapelheren of het privilege van de graanstapel correct werd nageleefd. Dit voorrecht leidde tot het inrichten van geschikte bergplaatsen waar het graan gedurende een welbepaalde periode kon worden bewaard. Een dergelijke berging waar het graan lag opgestapeld was de Spijker aan de Hooiaard.
Tot in de negentiende eeuw werd de Spijker gesitueerd aan de Hooiaard. De vroegste vermelding van deze 'brede straat' gaat terug tot 1297-1300, al zal deze locatie reeds eerder bestaan hebben. In het toponiem Hooiaard duidt bet suffix '-aard' op aanlegplaats. De plaats kan dus letterlijk ge'interpreteerd worden als een aanlegplaats voor schepen op de Leie, waar het hooi werd gelost dat daar op de markt werd gebracht.
Rond het midden van de negentiende eeuw vond het toponiem 'Pensmarkt' ingang, waarmee de verbindingsstraat tussen de Hooiaard en de Groentenmarkt en de verbindingsas tussen de Graslei en de Groentenmarkt thans wordt benoemd. De straatnaam verwijst naar de eertijds bloeiende handel in 'pens'. De beenhouwers gebruikten daartoe slachtafval als koemaag en koelongen die werden gekapt, gekookt en nadien in schoteltjes gegoten om te stollen
De benaming 'spijker' is afgeleid van het Latijnse spicarium wat zoveel betekent als een plaats waar spicare (aren) worden opgeborgen. De oudste vermelding van de Spijker werd teruggevonden in een oorkonde van het godshuis Sint-Jan en Sint-Pauwel uit 1396. 
Deze rechthoekige structuur in Doornikse steen is 18 meter breed en 10 meter diep, en sluit naar constructieconcept aan bij de zaalstructuur die onder meer werd gebruikt bij middeleeuwse kerken, hallen en schuren. Het pand bestaat uit drie bouwlagen met een zolderverdieping onder het zadeldak. Hierbij dient opgemerkt dat het loopniveau van de begane grond aanzienlijk lager ligt dan het straatniveau. Onderzoek ter zake door de Dienst Stadsarcheologie van de Stad Gent wees uit dat de archeologica in het ophogingspakket konden gedateerd worden in de late dertiende en het begin van de veertiende eeuw34. De ophoging van de Hooiaard mag dus als een terminus ante quem beschouwd worden: de bouw van dit voorhuis gaat terug tot voor deze periode.

 

Onderstaand artikel kan je downloaden en bevat heel interessante informatie over het Spijker, zijn ontstaan en zijn verbinding met de graanopslag in de Middeleeuwen