Handelsbeurs kouter

De Handelsbeurs is een concertzaal in de Vlaamse stad Gent, gevestigd in het monumentale Handelsbeursgebouw op de Kouter. De Corps de Garde of Hoofdwacht, het oudste deel van het Handelsbeursgebouw, is een ontwerp van David 't Kindt en werd in 1738-1739 gebouwd. Na jarenlange leegstand werd het pand in het jaar 1997 aangekocht door Mercator&Noordstar en tot 2002 grondig gerestaureerd en omgebouwd tot een moderne, middelgrote concertzaal..

Op 6 maart 17 38 beslisten de schepenen van de Keure op de Kouter een wachthuis voor de Oostenrijkse troepen te bouwen. Sedert 1715 waren onze gewesten trouwens opnieuw met Oostenrijk verenigd. De stadssoldaten of de stadswaeckende mannen behielden hun wachthuis in het stadhuis. Architect Bernard De Wilde werd belast met het tekenen van het plan. Bouwmeester J.B. Simoens bouwde het wachthuis voor een som van 1366 ponden wisselgeld. David 't Kint, inspecteur van de stedelijke bouwwerken, werd met het toezicht belast. Bernard De Wilde tekende ook de nieuwe schouwburg en het gildenhuis van de Sint-Sebastiaansgilde. Het wachthuis werd niet uitgevoerd als het oorspronkelijk plan van architect De Wilde. Op het ontwerp zat boven het raam van het balkon De Maagd van Gent op een leeuw en met de linker hand op het schild met de wapens van Vlaanderen en Gent. Bij de uitvoering werd dit schild vervangen door de. loop van een kanon en een wapentrofee. De keizerlijke Oostenrijkse arend boven het dak werd natuurlijk door de Fransen weggenomen. Het wachthuis was gedeelteijk gebouwd op een stuk grond toebehorende aan de stad Gent en op een stuk grond van de Sint-Sebastiaansgilde, die er voor een vergoeding ontving. Het nieuw gebouw werd in ontvangst genomen op 23 november 1737; de gevel is in stijl Ladewijk XV. In de 18e eeuw was een werkman belast met het reinigen van het wachthuis en met het verwijderen van het gras, dat groeide tussen de stenen op de Kouter : "tot het gaede slaens ende cuysschen van den corps de garde en tot het uytrekken van het gaes op den Cauter". Het wachthuis, alhoewel gebouwd door de stad en dus ook eigendom van de stad Gent, werd toch na de aanhechting van ons land bij Frankrijk, beschouwd als nationaal goed. In 1807 werd het gebouw aan Gent teruggegeven op voorwaarde, dat het gebouw zijn bestemming zou behouden en door de stad worden onderhouden. Tijdens het keizerrijk werd het wachthuis versierd met de Franse leeuw, die natuurlijk weggenomen werd in 1814. In 1830 werd hij vervangen door een Belgische leeuw, die nu allang verdwenen is.

In 1899 kocht de stad Gent de feestzaal L'Union aan, gelegen naast het Corps de Garde, dat reeds stadsbezit was. Architect Charles van Rysselberghe kreeg opdracht beide gebouwen samen te voegen tot één pand, waarin de Gentse Handelsbeurs zou worden gevestigd. Tijdens de ingrijpende verbouwingswerkzaamheden werd er een telefoon- en telegraafkantoor gevestigd in de Corps de Garde en werd het complex aan de tuinzijde uitgebreid met een galerij. In 1906 wordt het pand opnieuw verbouwd. Wederom onder de hoede van Charles van Rysselberghe wordt er in dat jaar ook in het Corps de Garde een zaal gerealiseerd: een beurszaal met schilderwerk van Armand Heins. De vroeger feestzaal L'Union doet dienst als foyer voor de huidige concertzaal, terwijl de beurszaal in het vroegere Corps de Garde nu is ingericht als moderne concertzaal met flexibele opstelling